- Fysieke mobiliteit: Het vermogen om je gewrichten en spieren comfortabel te gebruiken.
- Wat het mogelijk maakt: Alledaagse handelingen zoals iets uit de kast pakken, bukken of je veters strikken.
- Onafhankelijkheid: Een hogere kwaliteit van leven, contact met anderen en het zelfstandig doen van onder andere de boodschappen.
